Wat kunnen Friezen inhoudelijk verwachten van Prinsjesdag?

Het is de derde dinsdag van september en u weet wat dat betekent: Prinsjesdag. Koning Willem-Alexander spreekt de troonrede uit en kabinet Rutte III maakt bekend wat de plannen voor het komende jaar zijn. Voor Omrop Fryslân volgt Onno Falkena deze dag. Hij kijkt ook naar de gevolgen van al die plannen voor Fryslân.
© Omrop Fryslân, Onno Falkena
Dramatische bezuinigingen worden er dit jaar niet verwacht voor Fryslân. Juist het tegenovergestelde: minister Wopke Hoekstra van Financiën gaat ervan uit dat er komend jaar een paar miljoen overblijft en dat is natuurlijk wel eens anders geweest.
Het kabinet is dan ook van plan om te investeren in zaken als woningbouw, zorg en defensie. En er wordt ook nog gepraat over een nieuw investeringsfonds. Dat betekent op termijn natuurlijk kansen voor grotere projecten, zoals een Lelielijn of een nieuwe veerverbinding naar Ameland.

Stikstof

Hot item is natuurlijk de stikstofkwestie. Die zorgt op meerdere vlakken voor frictie: het project Afsluitdijk, de inkrimping van de veestapel, huizenbouw. Het rapport van de commissie-Remkes wordt niet op Prinsjesdag zelf gepubliceerd, maar over een aantal weken. Er wordt echter met evenveel belangstelling naar uitgekeken als naar de volledige Troonrede en Miljoenennota.
Het stikstofprobleem houdt bestuurlijk Nederland enorm in zijn greep. Minister Hoekstra kan wel met een nieuw fonds komen voor grotere investeringen, maar hij kan het geld pas uitgeven als er een modus is gevonden voor hoe Nederland het beste met dat stikstofprobleem kan omgaan.

Tekorten in de zorg

Het is belangrijk om goed te volgen hoe het komt met het gemeentefonds. Terwijl het geld bij het Rijk tegen de plinten klotst, hebben steeds meer gemeenten grote financiële problemen door de zorgtaken die zij eerder hebben overgenomen van het Rijk. Gemeenten hebben extra geld nodig voor de jeugdzorg en daarnaast behoefte aan meer geld voor zaken als bibliotheken, zwembaden en sportvelden.
De veertig grootste gemeenten van Nederland hebben afgelopen maandag al de noodklok geluid. Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden is dinsdag ook in Den Haag. Ga er maar van uit dat hij scherp in de gaten houdt wat er voor de gemeenten in het koffertje van zijn partijgenoot Hoekstra zit.

Ontbijt

Om 8.30 uur begint het traditionele Prinsjesdagontbijt van de noordelijke provincies. De provinciale besturen van Fryslân, Groningen en Drenthe verwachten daar onder andere alle Friese Kamerleden, zoals Isabelle Diks, Harry van der Molen en Aukje de Vries, maar ook senatoren als Ferd Crone, Joop Atsma, Max Aardema en Germ Gerbrandy. Fryslân heeft tegenwoordig meer Eerste dan Tweede Kamerleden en die Eerste Kamer is op dit moment niet onbelangrijk...
Nog even terug naar dat positieve nieuws over dat financiële overschot voor het Rijk. Als het goed is, verneemt het volk daar ook wat van. Afgelopen jaar heeft het kabinet zich daarin vergaloppeerd. Toen werd beloofd dat iedereen er een beetje op vooruit zou gaan, maar aansluitend ging de BTW, de energierekening en de zorgpremie omhoog.
Het gevolg was dat die theoretische vooruitgang al op was, voordat de mensen het vernamen. Het kabinet probeert nu om het anders te doen. Door onder andere lagere belastingen moeten veel mensen er zo'n twee procent op vooruit gaan, zeggen de rekenmeesters op het Ministerie van Financiën.

Brexit

Eind oktober krijgen we naar alle waarschijnlijkheid de Brexit en in Duitsland gaat het economisch ook niet goed. Bedreigingen in de vorm van zaken die het kabinet Rutte niet in de hand heeft, zijn er dus genoeg. Maar als je kijkt naar de landen om ons heen staat Nederland er beter voor. Het heeft ook te maken met politieke logica: het kabinet Rutte III zit er nog zo'n anderhalf jaar en dan zijn er verkiezingen.
Kortgezegd, het kabinet heeft er alle belang bij om er nu echt voor te zorgen dat veel mensen ervaren dat ze wat meer overhouden aan het eind van de maand. Of dat ook lukt, dat weten we als de loonstrookjes van januari 2020 er liggen en dan moet de vooruitgang natuurlijk ook groter zijn dan de stijging van de kosten van levensonderhoud.