Kunstenaar O.C. Hooymeijer komt met tweede boek over niet bestaande vogels

Als je genoeg met de ogen knijpt en genoeg fantasie hebt, kan je ze zelfs ook zien: de snot, de Duitse reiger en de schemeraar. Het zijn drie zeldzame vogels die zo zeldzaam zijn, dat ze niet eens bestaan. Bedacht door kunstenaar O.C. Hooymeijer, de man achter duizenden vogels die alleen in zijn wereld voorkomen. Vrijdag verschijnt zijn tweede boek: De nieuwe gids voor niet-bestaande vogels van Europa, met vijftig nieuwe vogels.
O.C. Hooymeijer twadde boek
Na het eerste boek De Kleine Gids voor de niet-bestaande Vogels van Europa, komt kunstenaar, of zoals hij zich zelf noemt, 'verzinner' O.C. Hooymeijer met De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa. Hooymeijer is verder op zoek gegaan naar niet bestaande vogels. Hij vertelt dat hij verre reizen gemaakt heeft en dat hij bijna vijftig nieuwe vogels ontdekt heeft. Nieuw aan het tweede boek is dat er recepten aan toegevoegd zijn. Voor de 'Recepten met niet-bestaande Vogels', heeft Hooymeijer in eigen woorden veel culinaire specialisten om raad gevraagd.
Natuurschrijver Koos Dijksterhuis zal vrijdag in het Natuurmuseum Fryslân het eerste exemplaar van De nieuwe gids voor niet-bestaande vogels van Europa in ontvangst nemen.
O. C. Hooymeijer over zijn nieuwe niet-bestaande-vogelgids

Napolitaan

Hij vindt het moeilijk om een keuze te maken uit zijn vijftig verzonnen 'gevederde vrienden', maar als het echt moet, dan kiest Hooymeijer voor de napolitaan. Een van de kleurrijkste niet bestaande vogels. Hij kan geweldig zingen, vertelt Hooymeijer. En dan vervolgt hij met een anekdote: Aan het einde van de zeventiger jaren was de napolitaan een van de populairste vogels in de volkswijk de Jordan in Amsterdam. De Jordanezen hadden vaak een in een kooitje in de vensterbank staan. Zomeravond's was het dan een groot zingfestijn met al die napolitanen.

Parelvissers van Bizet

Ome Ben uit de Leliestraat had een napolitaan die Leentje heet. En Leentje kon de hele aria van de Parelvissers van Bizet meefluiten. Ja, zelfs meer dan dat: hij kon het stuk ook zelfstandig fluiten. En dan vloog hij naar de stadsschouwburg, waar hij op het balkon ging zitten fluiten. Mensen stonden met open monden te luisteren naar de napolitaan die daar de aria floot. Zomaar een voorbeeld van een niet bestaande vogel uit Hooymeijers gids.

Vieze seriemoordenaar

De ware verhalen over vogels zijn soms zo apart en absurd dat Hooymeijer bij zichzelf dacht: nu kan ik alles wel verzinnen. Neem nu de koekoek, dat is in feite een vieze seriemoordenaar, vertelt hij. De koekoek komt ieder jaar terug en dan roepen mensen: Hee, daar is de koekoek weer. Het wordt zomer. Maar ik vlucht naar binnen, pak een biertje en ga met een kussen over het hoofd op de bank liggen. Want het is een moordenaar. Hij legt zijn ei in het nest van een klein vogeltje. Dat kleine vogeltje broedt het ei uit en dan komt er een koekoeksjong uit. Mensen willen het vaak niet geloven en zulke niet-te-geloven-verhalen zijn er veel meer.

Taaltje van vogelgidsen

Hooymeijer wist al veel over echte vogels voor hij aan zijn niet-bestaande-vogelgidsen begon. De nieuwe gids is ook geschreven in het taaltje van vogelliefhebbers, met bijvoorbeeld waarnemingen en wat er op het menu staat. De geluiden staan er ook bij, vertelt hij, en hij doet met bulderend geluid de zwartruggluiper na. Zo herkenbaar dat je meteen weet, daar komt hij aan.

Ziet hij ze vliegen?

En als er dan mensen zijn die denken: hij ziet ze vliegen, dan vindt Hooymeijer dat prima. Hij ziet ze ook wel vliegen, zegt hij, maar het is toch een hele kunst om die vogels te bedenken. Wat erachter zit? Nu wordt hij heel serieus. Er verdwijnen steeds meer vogels, omdat het niet zo goed gaat.