Hij dook onder in Fryslân, en zorgt nu voor een historische Holocaustvergoeding van NS

De man, die na een jarenlange strijd tegen de NS voor elkaar heeft gekregen, dat het spoorbedrijf een schadevergoeding zal betalen aan overlevenden en nabestaanden van de Holocaust, was in de Tweede Wereldoorlog in Fryslân ondergedoken. Salo Muller is zijn naam, maar in de oorlog noemden ze hem Japje.
Salo Muller voor zijn ouderlijk huis © Omrop Fryslân, Geartsje de Vries
De NS heeft in de oorlog meer dan 100.000 Joden vervoerd, in opdracht van de Duitse bezetter. In concentratiekampen zijn ze om het leven gekomen. Het spoorbedrijf zou daar miljoenen mee hebben verdiend. Het bedrijf zal nu individuele schadevergoedingen betalen aan slachtoffers en nabestaanden van de Holocaust.
"We hebben gezamenlijk besloten om niet juridisch tegenover elkaar te komen staan, maar een commissie in te stellen", zegt de president-directeur van de NS tegen de NOS. "Die commissie gaat uitzoeken op welke wijze wij een individuele tegemoetkoming kunnen vormgeven." Het is nog niet duidelijk hoe hoog de vergoedingen zullen zijn.

"Het heeft me enorm geëmotioneerd"

Muller is erg blij met het besluit. "Het is een uitkomst die ik misschien had durven dromen, maar die ik niet verwacht had. Het heeft me enorm geëmotioneerd en ik ben dankbaar dat het zover is gekomen."
Muller werd bekend als fysiotherapeut bij Ajax. Als kleine jongen zat hij in de oorlogsjaren ondergedoken in Fryslân. Vorig jaar sprak verslaggever Geartsje de Vries met hem, voor het programma Buro de Vries.
Salo Muller vertelt zijn verhaal in Buro de Vries
Muller zat op school, toen zijn vader en moeder werden opgepakt. Hij was toen zes jaar oud. Zijn oom haalde hem op en nam hem in huis. Bij een razzia werd hij ontdekt. Hij werd naar de Hollandse Schouwburg gebracht. Daar zag hij zijn ouders op het podium staan. Het was de laatste keer dat hij hen zag.

Zijn naam was te Joods

Na vier dagen huilen is Salo opgehaald en naar zijn eerste onderduikadres in Amsterdam gebracht. Het was het begin van een lange serie onderduikadressen. Steeds weer moest hij weg omdat er kans op verraad was. Soms werd hij mishandeld door de mensen bij hij zat ondergedoken.
Salo belandde in Ureterp. Daar noemden ze hem Japje Mulder. De naam Salo was te Joods.

"Waar ik bij was hebben ze hem doodgestoken"

In Ureterp lag verraad op de loer. Een andere jongen zei op een zaterdagochtend dat hij wist dat Japje Joods was. Hij wilde geld hebben, om niets te zeggen tegen zijn vader. Die was een NSB'er. Twee mannen hadden dat gehoord, zegt Muller.
"'Japje ga jij eens even daar staan. En niet kijken naar ons,' zeiden ze, 'en toen kwamen ze terug met een hooivork, en waar ik bij was, hebben ze die jongen doodgestoken. Hij bloedde aan alle kanten dood. Wij terug naar de boerderij. Iedereen in rep en roer natuurlijk.'"

Slapen bij de ratten en de muizen

Muller werd naar Frieschepalen gebracht, op een kleine boerderij vlak bij Trimunt, waar veel Duitse soldaten gelegerd waren. 's Nachts moest hij regelmatig onder de vloer bij de ratten en de muizen slapen, omdat de Duitse soldaten dan een feestje bouwden op zijn onderduikadres. Een van de Duitsers wist dat er een Joods jongetje op de boerderij was en waarschuwde de boer.

De oorlog is er nog steeds

Het laatste onderduikadres was weer in Ureterp, bij 'omke en beppe'. Daar had hij het goed. "Het waren lieve mensen", zegt Muller. Hij is nu 82 jaar oud. De oorlog is er nog steeds: hij heeft verlatingsangst, is bang in het donker en heeft allemaal kwalen, echt en ingebeeld.
Het verhaal van Salo Muller is onderdeel van het project Underdûkt yn Fryslân. Het is een samenwerking van Tresoar, Wij van PS en Omrop Fryslân.
Salo Muller en Johan Cruijff in 1969 bij een wedstrijd van Ajax in de Europacup 1 © ANP