Rijk komt met plan voor berging vliegtuigwrakken
Het kabinet komt met een nationaal programma om de wrakken te bergen van tientallen vliegtuigen die in de oorlog met hun bemanning zijn neergestort.
De ministers Ollongren en Bijleveld schrijven in een brief aan de Tweede Kamer dat ze er werk van willen maken. Beide ministers willen met het nationale programma recht doen aan de wens van nabestaanden van bemanningsleden die zijn omgekomen. En ze zien het ook als een gebaar, met het oog op de viering van 75 jaar bevrijding in 2020.
In de Tweede Wereldoorlog gingen in Nederland zo'n 5.500 vliegtuigen verloren. Van een groot aantal daarvan liggen er nog resten in de bodem. In zo'n 400 vliegtuigwrakken zijn waarschijnlijk nog stoffelijke resten van bemanningsleden te vinden.
Uit onderzoek blijkt dat er maar zo'n 30 tot 50 plekken zijn waar ook echt stoffelijke resten kunnen worden gevonden. Het bergingsprogramma richt zich op die plekken.
15 Miljoen euro
Er komt een werkgroep met vertegenwoordigers van onder meer de gemeenten en de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945. Die werkgroep adviseert over kansrijke bergingen. De gemeenten beslissen over eventuele bergingen. Het Rijk betaalt ze. De berging van de kansrijke wrakken kost zo'n 15 miljoen euro.
Geen Friese wrakken
Eerder zei Alexander Tuinhout van de Missing Airmen Memorial Foundation dat er geen Friese vliegtuigwrakken op de landelijke lijst staan. De stichting houdt zich al jaren bezig met de wrakken en hebben vanuit Fryslân meegewerkt aan de landelijke lijst.
Met het uitgraven van het Lancaster-wrak in de Alde Feanen en een wrak voor de Friese IJsselmeerkust zijn de gemeenten hier al heel actief geweest. Het enige wrak op land waarin nog een stoffelijk overschot zit, is een Duitse jager in het Noorderleeg.
Voorlopig zijn Duitse vliegtuigen niet in beeld voor hulp van het Rijk. Ook wrakken op zee worden niet meegenomen, omdat de locaties meestal niet bekend zijn en er relatief niet veel over is van mogelijke stoffelijke overschotten.