Medewerkers GGD krijgen vaccinatie tegen kinkhoest

De jeugdgezondheidszorg komt in actie: het aantal kinderen met kinkhoest moet omlaag en daar kunnen zij een aandeel in hebben. Afgelopen zomer concludeerde de Gezondheidsraad dat iedereen die op het werk in direct contact komt met kinderen tot zes maanden oud, een besmettingsgevaar is. Daarom worden in heel Fryslân jeugdteams van de GGD gevaccineerd tegen de ziekte. Dinsdag was het jeugdteam van Joure aan de beurt.
Initiatief
Het initiatief komt van GGD-jeugdarts Jantsje Heeringa. "Wij zijn in Nederland al meer dan vijftig jaar aan het vaccineren tegen kinkhoest, maar het heerst nog steeds", zegt Heeringa. Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor baby's. Als ze besmet raken, kunnen ze schade aan de longen oplopen. In uitzonderlijke gevallen heeft het zelfs de dood als gevolg.
"Het besmettingsgevaar voor kinkhoest is overal, ook bij volwassenen die het vaak niet doorhebben dat ze kinkhoest hebben. Daarom willen wij als jeugdgezondheidszorg geen gevaar voor de kinderen zijn en voorkomen dat ze door ons de ziekte krijgen."
Yfke
Voor ouders van jonge kinderen is dit een belangrijke actie. Ook voor Eeltje Stelpstra uit Ferwert. Zijn dochtertje Yfke heeft kinkhoest gehad toen ze twee maand oud was. "Kinderen van die leeftijd zijn zo kwetsbaar. Wij weten nu hoe het is om mee te maken. Daarom vinden wij het belangrijk dat er zoveel mogelijk wordt gedaan om de allerkleinste kinderen te beschermen."
Het begon bij Yfke als een onschuldige verkoudheid, zo leek het voor Eeltje en zijn vrouw. "Maar het ging toen snel de verkeerde kant op. Ze hoestte meer dan dat ze kon ademhalen. Het is levensbedreigend geweest voor haar. Door het hoesten, kan ze schade aan de longen of hersenen oplopen. Dat was voor haar, maar ook voor ons, heel heftig om mee te maken." Het gaat nu wel een stuk beter met Yfke: "Ze is nu anderhalf jaar oud en wij denken nu niet dat ze er wat aan heeft overgehouden."
Besmettingsgevaar
"Het besmettingsgevaar van kinkhoest bij jonge kinderen is hoog. Dit komt volgens Heeringa omdat ze in de eerste maanden heel vatbaar zijn voor ziekten en nog geen vaccinaties voor kinkhoest hebben gehad." Baby's kunnen besmet raken door volwassenen die de kinkhoestbacterie hebben, maar ook door andere kinderen. "Yfke was nog niet gevaccineerd en wij denken dat ze besmet is geraakt door haar oudere zusje. Die ging naar de kinderopvang waar verkoudheid heerste bij de kinderen. Maar kinderen van een oudere leeftijd kunnen daar beter mee omgaan", zegt Stelpstra over zijn dochtertje.
Ook kinderen die niet gevaccineerd zijn tegen kinkhoest kunnen een besmettingsgevaar vormen. Op dit moment heeft zo'n drie procent van alle kinderen in Nederland geen vaccinatie. Die kinderen hebben een grote kans om kinkhoest te krijgen en over te brengen op andere kinderen. Daarom zijn die eerste maanden volgens Heeringa erg belangrijk, om de besmettingskans zo klein mogelijk te houden.
Actie
"De vaccinatie van onze medewerkers draagt niet bij aan de zogenaamde groepsimmuniteit, daarvoor zullen de kinderen zelf ingeënt moeten worden. Maar wij fungeren na vaccinatie niet meer als 'tussengastheer' voor kinkhoest de eerstvolgende vijf jaar." De Gezondheidsraad raadt ook aan dat werknemers van bijvoorbeeld ziekenhuizen, kraamzorg en kinderopvang een vaccinatie aangeboden moeten krijgen van hun werkgever. "Wij proberen dat met onze vaccinatie-actie ook te stimuleren. Wij zijn niet de enigen die met jonge kinderen werken", zegt Heeringa.
Kinkhoest
"Hoe het nu gaat met de kinkhoest in Fryslân, is moeilijk te zeggen", zegt Heeringa. "Uit onderzoek blijkt dat jaarlijks zo'n negen procent van de bevolking in Nederland een kinkhoestinfectie oploopt. Dat is een groot verschil met wat er uiteindelijk via het lab wordt vastgesteld." Volgens cijfers van het RIVM zijn er in 2016 56 gevallen van kinkhoest geweest in Fryslân en het jaar daarvoor 194. "Dit verschil heeft te maken met het feit dat het bij volwassenen en oudere kinderen vaak zonder de kenmerkende verschijnselen van kinkhoest verloopt en dat huisartsen de ziekte niet altijd herkennen."
Kinkhoest staat al wel bekend als de '100-dagen hoest'. De ziekte duurt meestal rond de drie maanden. Het is vooral gevaarlijk voor baby's omdat ze heel benauwd worden en uitgeput raken. Het kan zelfs zo erg worden dat ze zo moe zijn, dat ze stoppen met ademhalen en hersenschade oplopen.
Rijksvaccinatieprogramma
Sinds 1957 is de vaccinatie tegen kinkhoest opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Daarvoor overleden er zo'n tweehonderd kinderen per jaar door de ziekte. Door de vaccinatie is het aantal besmettingen flink afgenomen, maar sinds 1996 neemt kinkhoest weer toe. Dit kan komen doordat de bacterie van structuur is veranderd, waardoor ook mensen die gevaccineerd zijn ziek kunnen worden.