Steeds meer jongere mensen trekken weg uit Fryslân

Er zijn steeds minder jongeren in Fryslân, en de verwachting is dat die tendens zich ook in de toekomst voortzet. Dat meldt het Fries Sociaal Planbureau op basis van een onderzoek naar de 'staat van de Friese jongeren'. Daaruit blijkt dat jonge mensen die in Fryslân blijven langer thuis wonen dan ze zelf willen, dat ze vaak een lage opleiding hebben en dat het nog maar de vraag is of er in de toekomst genoeg werk voor hen is. Dat is een aantal conclusies uit het onderzoek. Een jaar lang zijn onderzoekers daarmee bezig geweest.
Ongewild thuis wonen
Meer dan de helft van de Friese jongeren woont bij hun ouders thuis, maar een groot deel van hen zou graag zelfstandig willen wonen, meldt het FSP. Voornamelijk jongeren met een flexibele baan op mbo-niveau kunnen bijna niet aan een huis komen. Doordat ze financieel geen zekerheid hebben, komen ze vaak niet in aanmerking voor een hypotheek. De regelgeving hierover is de afgelopen jaren strenger geworden. Een huurwoning is ook niet makkelijk te vinden. De wachtlijsten zijn lang en de huur is vaak hoog.
Op termijn verwacht het planbureau wel dat er meer woningen te koop aangeboden worden vanwege de vergrijzing, maar dat zijn vaak grote vrijstaande huizen. De woningen die nu eigendom zijn van 70-plussers zijn niet de woningen waar de jongeren behoefte aan hebben.
Ambitieniveau ligt lager
In doorsnee neemt het opleidingsniveau toe, zowel landelijk als in de provincie, maar waar landelijk gezien zo'n 44 procent van de jongeren een havo- of vwo-diploma heeft, is dat in Fryslân maar 37 procent. Het FSP verklaart dat verschil door te wijzen op de ambities van ouders en leerkrachten. Die liggen in Fryslân lager dan in de rest van het land.
Arbeidsmarkt
Niet iedereen profiteert ervan dat de arbeidsmarkt weer aantrekt. Jongeren met een mbo-2-opleiding of lager hebben het moeilijk. Zij zijn een kwetsbare groep, meldt het FSP. Het is nog maar de vraag of er in de toekomst genoeg werk voor hen is. Door technologische ontwikkelingen zouden banen op lagere niveaus kunnen verdwijnen, en de vraag naar vakmensen kan sterk veranderen, waarschuwt het FSP.