Friese bobsleëers teleurgesteld in Nederlandse bobsleebond

Bobsleeërs Dennis Veenker uit Damwâld en Rudy Mensink uit Stiens zijn teleurgesteld in de Nederlandse bobsleebond. Doordat ze bij fysieke testen te langzaam waren, mogen ze komend weekend niet in actie komen op het WK in Zuid-Duitsland.
Wat de bobsleeërs dwars zit, is dat de bobsleebond afspraken niet nagekomen is. De testen stonden eerst voor eind december 2016 op de planning. Ze zijn verschoven naar een later moment, toen Veenker en Mensink net terugkwamen van een rij wereldbekerwedstrijden.
"Batterij was leeg"
Die timing was volgens Veenker niet goed: "Aan het begin van het seizoen hebben we veertig afdalingen gemaakt, terwijl we normaalgesproken de helft niet eens halen. Dat heeft te veel van ons lichaam gevraagd. De batterij zat diep in het rood", vertelt Veenker.
Niet voorbereid
Beide mannen hadden geen keuze. Omdat twee andere teamgenoten geblesseerd waren, moesten ze alle wereldbekerwedstrijden meedoen. Dat is hun opgebroken toen ze de testen moesten doen voor het wereldkampioenschap. "Daarop was ik totaal niet voorbereid", zegt Mensink. De mededeling dat ze niet in de WK-ploeg zitten, doet dan ook wel pijn: "Het is heel frustrerend, maar je wordt er wel sterker van. Dit wil je volgend jaar niet weer meemaken."
"Dat hoort bij topsport"
De Nederlandse bobsleebond zegt de teleurstelling van beide mannen te begrijpen, maar volgens de bond is de procedure voor de testen inderdaad veranderd. Omdat er zoveel geblesseerden waren, is de test voor het WK verplaatst. Dat Veenker en Mensink toen niet snel genoeg waren, is jammer, maar ook dat hoort bij topsport, aldus de bobsleebond.
Olympiade 2018
Voor Mensink is het seizoen nu afgelopen. Hij is in augustus aan zijn meniscus geopereerd en neemt nu extra rust. Veenker reist dinsdag af naar Zuid-Korea, daar doet hij mee aan de laatste wereldbekerwedstrijd. Daarna richt hij zich op de Olympische Spelen van 2018. De Nederlandse bobsleeërs kunnen zich daarvoor niet kwalificeren. Zij moeten dan bij de wereldbekerwedstrijden wel bij de eerste twaalf eindigen. Dit seizoen staan ze op de 23e plaats, dus het niveau moet omhoog. Veenker en Mensink zulle daar hard hun best voor doen. "We hebben geen keuze. We moeten erbij zijn. Dat is het ultieme doel!"