Voetbalclubs hebben vragen over nieuw jeugdplan KNVB

Friese amateurvoetbalclubs hebben veel vragen over het nieuwe plan van de KNVB. De voetbalbond wil volgend seizoen nieuwe spelvormen introduceren bij de jongste jeugd. Volgens de bond is het de grootste revolutie in het jeugdvoetbal tot nu toe.
De kinderen tot en met elf jaar zullen in kleinere teams spelen en op kleinere veldjes. Dat betekent dat er meer goaltjes, lijnen en begeleiders moeten komen. De voetbalclubs vragen zich af of het in de praktijk wel mogelijk is.
Het doel van de veranderingen is dat de voetballers vaker aan de bal komen, waardoor ze beter worden.
Wat verandert er precies?
Hoe jonger de kinderen zijn, hoe kleiner de teams en de veldjes. Voor de voetballers van twaalf jaar en ouder verandert er niets.
Technisch
De meeste clubs staan achter het plan van de KNVB. Doordat de voetballers de bal meer krijgen, worden het uiteindelijk betere voetballers. "It is goed om bern mear oan de bal te krijen", zegt Dennis Schotanus, hoofd jeugdopleidingen bij LAC Frisia in Leeuwarden. Ook Jaap Groenehagen van Blauw Wit '34 in Leeuwarden staat er positief tegenover. "Je hebt meer duels en vaker balbezit. Praktisch gezien moet er nog wel een hoop gebeuren. Het wordt een hele omslag", zo denkt Groenehagen. Volgens Ab van der Velde van de KNVB zijn de clubs positief over het plan, maar zijn er nog wel zorgen over de praktische invulling.
Vraagtekens
Er zijn tot nu toe vier informatieavonden in Fryslân geweest. Donderdag is de laatste bijeenkomst in Sneek. Daarna zal de KNVB alle informatie meenemen en in januari 2017 besluiten of de veranderingen volgend seizoen al ingaan. Toch zijn niet alle voetbalclubs al op de hoogte van de veranderingen. Hoofd jeugdopleidingen Wymer Bloemhof van BBC (Burgum BCV Combinatie) vindt de informatievoorziening van de KNVB 'summier'.
Voetbalvereniging WWS in Wirdum vindt het inhoudelijk een goed plan, zo zegt Roel Schokker van het jeugdbestuur. Maar, er zijn nog wel veel vragen. "Hoe komt het met scheidsrechters, standen bijhouden en de afstand van de ouders? En hoe gaan we het met de lijnen doen? We weten het niet", vertelt Schokker.