Rode Kruis: amateursporters weten te weinig over blessures

Te weinig Friese amateursporters weten wat ze moeten doen als ze een blessure krijgen. Dat zegt Willem Brink van het Rode Kruis. De hulporganisatie wil nu door een speciale sportworkshop EHBO deze amateursporters in aanraking laten komen met hoe ze moeten handelen als ze een blessure hebben. In het hele land heeft maar drie procent van de Nederlanders een geldig EHBO diploma en dat is te weinig, vindt de organisatie. Daar lopen te veel sporters een groot risico op blijvend letsel.
Voorbereiding
Het percentage moet daarom volgens het Rode Kruis naar vijftig procent. De hulporganisatie roept daarom alle negen miljoen amateursporters in het land op om hun beter te redden op een mogelijke blessure en mee te doen aan de workshop. Zo wordt er dan geoefend met het aanleggen van verband en wordt er uitgelegd wat je beslist niet moet doen als je een blessure hebt.
Niet forceren
Doorlopen bij bijvoorbeeld een kapotte knie of hersenschudding moet je niet doen. Dat zegt Jean Driessen, sportarts van ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen. Volgens hem forceren sporters de blessure nog weleens, omdat ze onder druk staan van een wedstrijd of het team. Maar dit maakt de kans op een tweede blessure alleen maar groter en op langer termijn is de schade soms dan niet te overzien, bijvoorbeeld bij het concentratievermogen bij een hersenschudding, zo zegt de sportarts.