Broedseizoen van grutto in Fryslân blijft dramatisch

De grutto heeft een dramatisch broedseizoen. Dat zegt na het BFVW ook weidevogelonderzoeker Jos Hooijmeijer van de Rijksuniversiteit Groningen in het radioprogramma Vroege Vogels, met dramatische cijfers over Súdwest-Fryslân. Volgens hem is bij niet meer dan een op de twintig gruttopaartjes een jong uitgevlogen. De rest van Nederland lijkt het volgens hem niet beter te doen.
Predatie
Een van de belangrijkste oorzaken zijn de roofdieren die het na de muizenplaag in 2014 nu op weidevogels voorzien hebben. Vooral in de beste weidevogelgebieden. Volgens Hooijmeijer is een nog groter probleem dat er tegenover slechte broedseizoen eigenlijk geen goede meer staan. Er broeden naar schatting nog zo’n 30.000 gruttopaartjes in Nederland. In de jaren ’80 waren dat er nog 100.000.
Minder dan de helft uitgekomen
Volgens de Groninger onderzoekers kwam in hun onderzoeksgebied maar 40 procent van de eieren uit. De rest is opgegeten of onder maaimachines gekomen. Om een stabiele populatie te houden, zou minstens 60 procent moeten uitkomen. Volgens de onderzoeker is maximaal 5 procent van de gruttojongen uitgevlogen.
Landschap niet meer geschikt
Het grote probleem is dat het grootste deel van ons polderlandschap niet meer geschikt is voor opgroeiende vogels, zo zegt de onderzoeker. Er wordt te vroeg gemaaid en er is te weinig voedsel voor de vogels.
Een paar weken geleden waarschuwde de Bond van Friese Vogelwachten al voor dramatische cijfers.