Kievitstand nam in 2015 40% toe in agrarisch beheersgebied

In de gebieden van het agrarisch weidevogelbeheer waren in 2015 veel meer kieviten dan het jaar daarvoor, de groei was maar liefst 40%. Dat staat in een onderzoeksrapport naar de stand van weidevogels, in dit zogenoemde vogelgebied. Het onderzoek is gedaan door ecologisch bureau Altenburg en Wymenga, in opdracht van de provincie.
Een van de mogelijke oorzaken voor de groei van het aantal kieviten is de muizenplaag. Het kaalgevreten grasland is ideaal voor de kievit om op te broeden. Verder heeft de milde winter een rol gespeeld.
Het onderzoek is gedaan om te zien of het weidevogelbeheer, waarbij boeren rekening houden met het broedseizoen en dus later maaien, effect heeft.
Afname op langere termijn
In het afgelopen jaar is het met de kievit dus heel goed gegaan, maar volgens de onderzoekers is dat een incident. Op de langere termijn, over de afgelopen 15 jaar, is het aantal weidevogels in de onderzochte gebieden teruggelopen met 2% per jaar. Dat geldt voor de onderzochte weidevogels: de grutto, de kievit en de scholekster. Met de tureluur gaat het juist iets beter, die is stabiel. Over de afgelopen zeven jaar is de stand van alle weidevogels redelijk stabiel. Bij de kievit is deze stabilisering volledig toe te rekenen aan de groei van 40% in 2015.
Conclusie en advies
De onderzoekers noemen de stabilisatie van de weidevogelstand 'bemoedigend'. Ze vinden dat het agrarisch weidevogelbeheer op de goede weg is. Ze adviseren om de kwaliteit van beheer en inrichting van het vogelgebied verder te verbeteren. Minder drooglegging van het land, meer kruidenrijk grasland en meer plas-dras gebieden.