Schade door de wolf moet eerder vergoed worden, vindt wolvencommissie

Het oude plan stamt uit 2019. Toen waren er een paar wolven in Nederland. Intussen zijn er vijftien wolven, vooral op de Veluwe en op de grens van Drenthe en Fryslân. Vier paartjes hebben minimaal zestien welpen en er zijn de afgelopen zomer tien zwerfwolven gezien op zoek naar een territorium.

In het Interprovinciaal Wolvenplan komen de afspraken die de twaalf provincie maken over de omgang met de wolf. Ook het Landelijk Overleg Wolf werkt mee aan het nieuwe plan. Volgend jaar wordt dat plan bekendgemaakt. Dat duurt volgens sommige mensen, met name veehouders, wel lang, zo bleek op een bijeenkomst over het thema maandagavond in Diever. Daar was ook Harry Oosterman, voorzitter van de wolvencommissies van Fryslân en Drenthe bij. Hoe wolf, mens en vee met elkaar kunnen leven, is complex

"Ja, het is ingewikkeld en je hebt met emoties te maken. Op de bijeenkomst kwamen 150 mensen af en 800 volgden het via internet. De emoties liepen hoog op. Niet alleen bij schapenhouders, maar ook bij mensen uit de dorpen zelf, die met vragen zitten. Kan ik 's avonds nog wel met de hond naar buiten en hoe zit het met de kinderen? Dus het wordt in die streek ervaren als een groot probleem. "

Een van de aanbevelingen is om arbeid en vervolgschade te vergoeden, zodat bedrijven overeind kunnen blijven. "Het grootste probleem zit bij de grote houderijen met honderden schapen", legt Oosterman uit. "Die moeten dan steeds weer een stuk afrasteren en dat kost veel tijd en arbeid. Dat is eigenlijk niet te doen."

"Ik sprak met een vrij jonge man. Die had vierhonderd schapen en die had uitgerekend wat het kost om die allemaal te beschermen", gaat Oosterman verder. "Dan kom je tussen de 50.000 en 80.000 euro uit. Dat is voor zo'n bedrijf onmogelijk. Je ziet in het zuidwesten van Drenthe dat mensen er gewoon mee stoppen, omdat het helemaal niet meer rendabel is. En emotioneel hebben ze het ook zwaar om elke dag weer te zien hoeveel er doodgebeten zijn."

Volgens Oosterman was er terecht kritiek op het feit dat het lang duurt voordat er schade wordt uitbetaald. De wolvencommissies stellen voor om dat sneller te doen. "Degene die het noodzakelijke dna-onderzoek moet doen, ziet wel of het een wolf is die schade heeft veroorzaakt. Als die aangeeft: het is 99 procent zeker dat het een wolf is, betaal dan gewoon uit."

Als achteraf blijkt dat het toch geen wolf is, dan gaat het volgens de commissie om zulke kleine getallen, dat het qua geld niets voorstelt.

Op vragen over subsidies en het goed aanleggen van hekken kan de wolvenconsulent antwoord geven. Oosterman raadt aan om via de website van de provincie op te zoeken hoe die kan helpen.