OM: inzet criminele burgerinfiltrant in Vidar-zaak voldeed aan alle eisen

Er was niets mis met de inzet van een criminele burgerinfiltrant. De inzet heeft voldaan aan alle eisen en is wel degelijk getoetst. Dat stelde het Openbaar Ministerie (OM) donderdag bij één van de laatste zittingsdagen in het zogenaamde Vidar-proces.
Het waren volgens het IM de verdachten zelf die contact zochten met de infiltrant:
Drugshandel en -smokkel staan centraal in de zaak. Er worden veertien mensen verdacht. Tegen hen zijn straffen geëist, van celstraffen van acht jaar tot vijftig uren werkstraf. De zaak komt nu tot zijn einde. Donderdag konden het OM en de advocaten nog één keer hun kant van het verhaal laten horen.
Het OM ging in op de kritiek op de inzet van de criminele burgerinfiltrant. De man met de code A-4110 werd ingezet om zicht te krijgen op de handel. Zo kon een grote drugstransport naar Finland worden voorkomen.

"Niet als Holleeder of Taghi"

Het OM stelt dat er dan ook niets mis is met de inzet van een dergelijke infiltrant. De kritiek van de advocaten dat de inzet niet goed getoetst is afgewezen. Zo heeft de rechter-commissaris wel degelijk gekeken of het proportioneel is en voldoet aan de eisen.
Ook heeft de minister toestemming gegeven voor dit opsporingsmiddel. Volgens het OM bagatelliseert de verdediging de impact van ondermijnende criminaliteit door te stellen dat het hier niet gaat om een zaak als die van Holleeder of Taghi.

"Nul uit vier"

Voor de advocaten was de houding van het OM teleurstellend. Vooral Sander Janssen had gehoopt dat er meer zou worden ingegaan op de rechtvaardiging van zo'n infiltrant. Janssen was degene die beargumenteerde dat aan niet één van de door het OM gestelde eisen is voldaan: "Het OM scoort hier nul uit vier."
Verder hekelde hij de toestemming van de minister: "Dit was het meest nietszeggende briefje uit de geschiedenis van brieven. Er stond letterlijk: ik geef toestemming over datgeen we hebben besproken." Janssen vindt het bewijs dan ook flinterdun en vindt dat alles wat de infiltrant ingebracht heeft weggeschoven moet worden.
Ik ben gewoon een burger die er ingeluisd is door het OM.
Verdachte Justin S.
Ook de advocaat van Justin S. keurt de houding van het OM sterk af. Tony Boersma stelt dat het altijd de infiltrant was die contact zocht met zijn cliënt, en niet andersom. Justin zelf probeerde niet betrokken te raken, maar dat kon hij niet volhouden. Hij voelde zich bedreigd door de infiltrant.
In zijn laatste uitspraak stelde Justin S. ook dat hij niet voor het hekje in de rechtbank had gestaan als hij de infiltrant niet was tegengekomen. "Ik ben gewoon een burger die er ingeluisd is door het OM."

Grootspraak

Datzelfde gevoel heeft ook de cliënt van advocaat Richard van der Weide. Hem staat zeven jaar celstraf te wachten als hij veroordeeld wordt. Volgens Van der Weide wordt zijn cliënt nu gepakt op grootspraak. Hij heeft tegenover de infiltrant van alles gezegd, maar daar is niets van terechtgekomen.
Wat de advocaat nog het meeste steekt is dat de beweringen ook niet verder onderzocht zijn. "Dan was het OM er wel achter gekomen dat het allemaal grootspraak was. Hij kwam niet verder dan gerommel in de marge en voorbereiding."
Van der Weide verzocht al een afschaffing van het voorarrest. Dat zou beter zijn voor zijn cliënt, gezien zijn drugsverslaving. De rechtbank stemde daarmee in op voorwaarde dat er ruimte moest zijn in een kliniek.

Vrij onder voorwaarde

Ook het voorarrest van een 30-jarige verdachte uit Grou wordt afgeschaft. Er golden al voorwaarden. Zo mocht hij niet in aanraking komen met drugs en staat hij onder toezicht van de reclassering.
Er was ook goed nieuws voor een 42-jarige inwoner van Noardburgum. Hij mocht in verband met de zaak niet naar het buitenland vertrekken. Dat verbod wordt nu door de rechter ook een streep door gezet. Voor hem goed nieuws, want zo krijgt hij de kans zijn bedrijf te redden.
Op 19 mei wordt de zitting gesloten, in de tweede helft van juli volgt de uitspraak.