Bomen weg op Vlieland om kans op natuurbranden te verkleinen

Vlieland moet brandveiliger. Staatsbosbeheer en de brandweer werken daar de komende vier jaar aan. En als er dan toch een natuurbrand komt, moet die beter beheersbaar worden.
De vuurtoren van Vlieland © Omrop Fryslân, Ronald van der Pol
Deskundigen van de brandweer hebben vorig jaar op het eiland gekeken waar de risico's op natuurbranden zijn. Een van de plekken waar naar gekeken is, is het gas- en elektriciteitsgebouw aan de linkerkant van de Postweg. Staatsbosbeheer heeft daar bomen weggehaald.
"Er stonden heel veel naaldbomen omheen", vertelt boswachter Bertwin Bergman. "In een droge zomer kan dat heel gevaarlijk worden. Als die dicht bij gebouwen staan, kan dat makkelijk overslaan. En je moet er niet aan denken dat je geen gas en stroom meer hebt."

Risicovolle naaldbomen

De naaldbomen kunnen 'fueltraps' vormen: vuur kan makkelijk overslaan naar de bomen, die elkaar weer kunnen aansteken. Dat levert risico's op, en dat wil de brandweer niet bij een gasstation.
Dat kan heel lastig worden om nog onder controle te krijgen.
Bertwin Bergman over het vuur dat omhoog 'klimt' in bomen
Bergman: "Een vuurtje ontstaat klein, misschien wel in het gras. Dat begint te branden en loopt dan over de grond met de wind mee. Als daar dan allemaal vegetatie staat die hoger wordt, dan kan zo'n grondvuur overslaan naar bomen en dan klimt het langzaam omhoog. Dat kan heel lastig worden om nog onder controle te krijgen."
Het gas- en elektriciteitsgebouw is niet de enige plek waar Staatsbosbeheer en de brandweer aan de slag zijn geweest. "Maar ook aan de rand van een bos bijvoorbeeld. De vlammen kunnen overlopen vanuit de duinen het bos in. Daar hebben we ook bomen weggehaald, kleine boompjes."

Niet klakkeloos

Dat gebeurt niet zomaar, verzekert Bergman. "We halen niet alles klakkeloos weg, want er staan ook mooie, karakteristieke bomen. Daaromheen proberen we dan een zone weg te halen."
Het moet ervoor zorgen dat de risico's zo klein mogelijk worden. Helemaal risicovrij wordt het echter nooit. Bovendien: de bomen kunnen ook weer aangroeien. "Dat wordt een kwestie van bijhouden, we moeten er jaarlijks bij langs gaan."
Een deel van het gekapte hout wordt verkocht, maar het grootste deel wordt versnipperd en gaat naar camping Stortemelk.