Fryske Akademy deed onderzoek naar Zuid-Lauwerslands: "Nooit goed in kaart gebracht"

De Fryske Akademy heeft een rapport gepubliceerd over de streektaal Zuid-Lauwerslands. De taaldiversiteit in het gebied oostelijk van Kollum was nog nooit goed in kaart gebracht.
Archieffoto van Burum © ANP
De conclusie van het verkennende rapport valt misschien te verwachten: er is een 'contacttaal' ontstaan in het Fries-Groninger grensgebied. Het contact tussen de beide provincies wordt weerspiegeld in de woorden en taalregels.

Bijna niets over bekend

In 2019 deed uit een ander onderzoek blijken dat er 'bijzonder weinig bekend' was over het Zuid-Lauwerslands. "De beschikbare kennis kon in twee bladzijden worden samengevat", zo staat in het rapport. Bovendien werd de streektaal in het verleden voor het gemak tot het Stadsfries van Kollum gerekend. Er was dus veel behoefte aan een onderzoek.

Zeven dorpen

In het onderzoek zijn zeven dorpen meegenomen: de polderdorpen Kollumerpomp, Warfstermolen, Munnekezijl en Burum, mar ook Gerkesklooster, Stroobos en Kollum. In totaal wonen daar een kleine 8.500 inwoners.
In elk dorp zijn twee sprekers van boven de 50 jaar geselecteerd en gevraagd om een lange lijst van woorden en zinnen over te zetten in hun eigen dialect. Daarvan zijn ook opnames gemaakt, zodat de klanken bewaard blijven.

Beinvloed

Nu blijkt dat er echt een nieuwe 'taalvariëteit' is ontstaan. Het Zuid-Lauwerslands is beïnvloed door het Fries, Nedersaksisch, Stadsfries en Nederlands.
Het gebouw van de Fryske Akademy in Leeuwarden © Omrop Fryslân, Sian Wierda
De uitspraak van de G laat bijvoorbeeld duidelijk de overgang van het Friese naar het Groninger taallandschap zien. Het lijken twee groepen: de meer Friese dorpen in het (noord)westen en zuiden, en de meer Groninger dorpen in het (noord)oosten.
In de westelijke dorpen was de G vaker een Friese G (als in het Engelse good), in de oostelijke dorpen vaker een Nederlandse G. Een zelfde overgang tussen de provincies is te zien in het niet-uitspreken van de R voor de S, L, D, T en N. De meeste sprekers hebben de R wel uitgesproken.

Geld nodig voor vervolgonderzoek

De Fryske Akademy hoopt meer onderzoek te kunnen doen, in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen en het Meertens Instituut. Daar moet nog wel geld voor worden opgebracht.
Onderzoek naar de mengtaal kan volgens de schrijvers helpen om te begrijpen hoe talen elkaar kunnen beinvloeden en hoe taalgrenzen ontstaan en kunnen verschuiven. Interessant zou volgens de onderzoekers ook zijn om uit te zoeken of het Zuid-Lauwerslands. ook door jongeren wordt gesproken en of inwoners zichzelf identificeren als Fries of juist als Groninger.