Tweede skûtsje voor museum Earnewâld in originele staat gebracht

Het Skûtsjemuseum in Earnewâld krijgt naast de Aebelina een tweede skûtsje. In oktober moet het skûtsje Risico bij het museum liggen. Het skûtsje uit 1922 wordt op dit moment gerestaureerd bij de scheepswerf in Franeker.
Dit is het tweede skûtsje voor het museum:
De Risico is door schipper Sikke Heerschop aan het museum geschonken. "Dat is fantastisch. We waren wel wat verrast dat het aan ons geschonken werd door Sikke Heerschop, maar het is een prachtig verlengstuk van ons museum", zegt voorzitter Jan de Wilde van het Skûtsjemuseum.
Een echt vrachtschip had het museum nog niet. "De schepen die er op dit moment liggen, kunnen worden verkocht. Maar dit schip is van onszelf en het komt voor het museum te liggen. In samenwerking met de gemeente hebben we een locatie gekregen. Als het meezit kan hij twee oktober in het water", hoopt De Wilde.

Lange historie

In totaal neemt de restauratie zo'n zes maanden in beslag. "Vroeger voer hij als vrachtschip, later was hij een woonschip in Leeuwarden en in de SKS heeft hij als de Ulbe Zwaga gevaren. Uiteindelijk belandde het skûtsje bij de IFKS en nu hebben we hem gekregen voor het museum", legt Age Veldboom uit.
Skûtsjedeskundige Age Veldboom en voorzitter Jan de Wilde van het Skûtsjemuseum
Het skûtsje wordt weer in originele staat gebracht. "De mastkoker naar voren, het roefje naar achteren, er moet veel worden gedaan." Voor de werkploeg liggen er oude foto's, om in herinnering te brengen hoe het schip er ooit uit zag.

In één keer goed

Veldboom: "Nu het bouwvak is, wordt hier op de werf niet gewerkt. Zodoende konden we mooi verven. Als het skûtsje straks in Earnewâld in de vaart ligt, moet hij op z'n minst vijftien jaar vooruit kunnen. Dus we willen het nu in één keer heel goed doen."
Voorzitter De Wilde is trots en blij met alle steun die het museum heeft gekregen. "We hebben het lastig gehad met corona, maar we hebben een verbouwing gedaan met alle vrijwilligers. Hoeveel support we hebben gekregen van bedrijven, dat is niet te geloven. Als we het zelf allemaal moeten betalen, dat zou onmogelijk zijn."