Friese Molukkers blikken terug op 70 jaar familiegeschiedenis in Nederland

Op 9 april 1951 kwamen de eerste Molukse gezinnen naar Fryslân, de eersten naar kamp Oranje in Fochteloo. Vrijdag is het exact 70 jaar geleden. Zo'n 13.000 militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en hun families vluchtten op dienstbevel naar Nederland. Ze waren daar niet langer veilig. De Molukse elitesoldaten vochten voor de Nederlandse kroon tegen de eigen bevolking. Het verblijf zou tijdelijk zijn, maar het liep anders.
Trije Molukkers oer 70 jier Molukkers yn Fryslân

Fochteloo, Balk en Rotsterhaule-Rohel

In Fryslân waren er in het begin vier woonoorden voor de Molukse gezinnen: kamp Oranje en Ybenheer in Fochteloo, de Wite Peal bij Rotsterhaule-Rohel en Wyldemerck in Balk. Ook net over de Friese grens in Nuis kregen Molukkers onderdak. Intussen groeit de vijfde generatie Molukkers op in Nederland.
Jacob Matahelemual en Paulona da Lima groeiden daar op, in een voormalig werkkamp uit de Tweede Wereldoorlog. Later verhuisden beide families naar Drachten vanwege wek bij Philips. Zij woonden in het dorp met een paar andere Molukse families.
Jacob Matahelemual en Paulona da Lima © Omrop Fryslân
Wanneer Jacob Matahelemual, die nu met zijn Friese vrouw in Rottevalle woont, begint te praten over zijn ouders, krijgt hij een brok in z'n keel. "Die familiegeschiedenis is zo moeilijk." Voor veel Nederlanders is het een onbekende geschiedenis.
Matahelemual was drie jaar toen hij met zijn ouders en jongere broertje naar Nederland kwam. "Net voor de KNIL-militairen naar Nederland kwamen, werd hen medegedeeld dat ze niet langer soldaat waren en het werd verboden om het KNIL-uniform aan te hebben. Bovendien mochten ze hier niet werken. Dat deed pijn."
Verslaggever Froukje Sijtsma spreekt met drie Friese Molukkers
Volgens Da Lima werd er over die teleurstelling en het verdriet thuis nooit gesproken. "Maar je voelde aan alles dat het er wel was. Mijn vader zei later dat we hier zouden blijven en dat we hier maar het beste van moesten maken."
Joseph Maatita © Omrop Fryslân
De 69-jarige Joseph Maatita uit Oosterwolde is in Fryslân geboren en groeide op in een Molukse woonwijk in het dorp. Nog altijd wonen er veel Molukkers, wat ook duidelijk wordt als je door de wijk loopt: de kleuren van de Molukse vlag zie je in de speeltuin en met vier kleuren tape op lantaarnpalen terug. Hier en daar zie je bordjes met 'Maluku' voor de ruiten.

Pijn in de genen

"Ik heb een Moluks hart. Ik voel me ook Molukker. Ik heb het goed in Nederland, maar ik voel me hier niet thuis. Nederland heeft de eerste generatie bedonderd. De Molukkers hebben altijd gevochten voor de Nederlandse kroon en toen ze hier kwamen zijn ze ontslagen. Ze zijn bedonderd en hun terugkeer is nooit gerealiseerd en dat doet pijn. Die pijn zit in de genen van alle Molukkers." Maatita wil dat Nederland, Indonesië en de Verenigde Naties regelen dat er 70 jaar na dato een Molukse Republiek wordt gerealiseerd. "Ik ben niet iemand van opgeven. Ik ga door."
In 2011 maakte Omrop Fryslân een reportage over het monument voor opvangkamp de Wite Peal:
Bekijk op Weromrop een documentaire uit 2001 over de komst van Molukkers naar Fryslân.