Friezen voelen zich niet vertegenwoordigd door Den Haag, en hebben geen idee wie daar zit

De politieke afstand tussen het Noorden en Den Haag is groot. Dat beeld rijst op uit de resultaten van een onderzoek dat in opdracht van Omrop Fryslân, RTV Noord en RTV Drenthe door Kien is uitgevoerd. Hierbij ging het onder meer om welke verkiezingsthema's noorderlingen belangrijk vinden, of ze zich vertegenwoordigd voelen in Den Haag en hoeveel Kamerleden uit hun eigen regio zij kennen.
© ANP
Maar 18 procent van de inwoners van de drie Noordelijke provincies voelt zich vertegenwoordigd door politiek Den Haag, zo blijkt uit de enquête. Regionale onderwerpen en thema's komen te weinig aan bod in de landelijke politiek vinden Drenten, Groningers en Friezen. Maar een tiende van de ondervraagden is tevreden met hoeveel oog de Tweede Kamer heeft voor regionale kwesties. Niet geheel verrassend zijn Groningers het stelligst. Ruim 6 op de 10 is hier ontevreden over, tegen ruim 4 op de 10 Friezen en Drenthe. Groningers wijzen veelvuldig op de problemen in hun provincie door de gaswinning en de daardoor veroorzaakte aardbevingen en bijkomende schade.

Vertrouwen

Er is weinig overtuigd vertrouwen in Den Haag. Maar drie op de tien noorderlingen is het eens met de stelling 'Ik heb vertrouwen in de landelijke politiek'. Een derde is het zelfs nadrukkelijk oneens met de stelling en zegt volmondig 'nee, ik heb geen vertrouwen in de landelijke politiek'.
De omroepen vroegen zich ook af wat daar dan achter zit en legde de vraag voor of er voldoende inzet is voor de belangen van de Fries, de Drent en de Groninger. Meer dan de helft weet eigenlijk geen antwoord op die vraag te geven, maar bijna 4 van de 10 noorderlingen geeft wel een antwoord en die antwoorden laten duidelijk zien dat er een enorme afstand wordt gevoeld tot politiek Den Haag. Men denkt dat politiek Den Haag zich vooral inzet voor de Randstad, dat het Noorden er maar 'bij bungelt'. Ook wordt de aardbevingsschade veelvuldig genoemd; de schadevergoeding komt maar niet op gang, alsof het er niet toe doet in de landelijke politiek.
Inwoners van de drie provincies hebben het idee dat Noord Nederland wordt gezien als een wingewest; geschikt om naar gas te boren en windmolens en zonneparken neer te zetten, en verder niet. Een enkeling steekt de hand in eigen boezem en vreest dat de noorderling niet genoeg van zich laat horen, en te weinig aandacht opeist: "Wij zijn nuchtere, bescheiden mensen. De grote monden worden eerder gehoord."

Kamerleden uit eigen regio

Zitten er genoeg mensen uit eigen regio op de 150 Kamerzetels? Drie van de tien ondervraagden weet geen antwoord op deze vraag, en maar een kleine 8 procent zegt 'ja, dat zijn er genoeg'. Tegelijk overweegt een kwart van de noorderlingen een stem op een kandidaat uit eigen regio. Maar kennen ze ze ook? Op de vraag wie ze bij naam kennen geeft nog geen 20 procent antwoord. En veel van die antwoorden zijn geen kandidaten uit de regio, of zijn niet verkiesbaar voor de Tweede Kamer. Meest genoemde politici die niet uit het noorden komen zijn CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra en VVD-lijsttrekker Mark Rutte.
Er wordt ook een aantal goede antwoorden gegeven. De meest genoemde Noordelijke Kamerleden zijn Erik Ziengs uit Assen, Henk Nijboer en Sandra Beckerman, beiden uit Groningen en Harry van der Molen uit Leeuwarden. Ze werden alle vier echter door nog geen drie procent van de ondervraagden genoemd.

Zorg, onderwijs en corona-aanpak

Volgens noorderlingen is zorg het belangrijkste thema bij de komende verkiezingen. Meer dan de helft van hen noemt de zorg expliciet. Onderwijs en de corona-aanpak zijn de volgende twee thema's die het hoogst op hun wensenlijstje staan. Die worden door ongeveer een kwart van de noorderlingen genoemd. Werkgelegenheid, klimaat en pensioenen completeren de top zes. De EU, immigratie, veiligheid en woningbouw worden in verhouding maar weinig genoemd.
Dit artikel is gebaseerd op de uitkomsten van een enquête die in opdracht van Omrop Fryslân, RTV Noord en RTV Drenthe is uitgevoerd door Kien onderzoek. In de enquête zijn 1123 inwoners van Fryslân, Groningen en Drenthe ondervraagd.