Kritiek op ingrijpende bezoekregels in Friese instellingen

Friese zorgcentra houden als richtlijn aan om één keer per week bezoek toe te staan. Dat hebben de zorgorganisatie en het RONAZ (Regionaal Overleg Niet-Acute Zorg) vrijdag afgesproken. Maar met een belangrijke uitzondering: maatwerk blijft mogelijk. Organisaties bepalen zelf of ze van deze richtlijn af zien. Toch is de Stichting Onnodige Vrijheidsbeperking in de Zorg niet blij met de laatste ontwikkelingen.
© Omrop Fryslân
Bert Bokma (RONAZ) en Berber Bijma (Stichting Onnodige Vrijheidsbeperking in de Zorg)
Berber Bijma, oprichter van deze stichting, is kritisch op de afspraken van de zorgcentra. "Ik begrijp heel goed dat er iets moet gebeuren. Wat in Surhuisterveen gebeurt is een rampscenario, dat willen we voorkomen." Maar het gaat nu wel heel snel, vindt ze. "Ik ben verbaasd dat dit donderdag in een vloek en een zucht geregeld is voor heel Fryslân. Maar Surhuisterveen ligt dichter bij Groningen dan bij Harlingen of Balk. De GGD heeft dit nu geadviseerd en de bestuurders hebben het overgenomen."
Bijma vindt het vreemd dat de cliëntenraden niet gehoord zijn. "Een cliëntenraad moet dan wel van heel 'goeden huize' komen om dit nog tegen te houden. In de praktijk zijn ze buitenspel gezet."

Uitzonderingen mogelijk

Er zijn dus wel uitzonderingen mogelijk, zegt Bert Bokma van het RONAZ. "We gaan met de zorgaanbieders van gehandicaptenzorg in gesprek hoe je daar invulling aan geeft. Er zijn situaties denkbaar waarbij het niet menselijk is om een bewoner familiecontacten te ontzeggen. Dus dat laten we aan de organisaties zelf, maar we zijn het erover eens dat we in een heel ernstige situatie zitten."
Bijma richtte haar stichting afgelopen jaar op na de eerste lockdown. "Toen mocht in het ene huis alweer veel, in het andere huis was dat veel minder. Door contact te zoeken met de inspectie en de media heb ik geprobeerd om daar verandering in te krijgen." Ze vindt dat de maatregelen van nu beter zijn dan die van afgelopen jaar, toen alles op slot ging.
Zo'n situatie wil Bokma ook beslist voorkomen. "Dat is niet een menselijke of wenselijke situatie. Maar de Britse variant is wel een enorme bedreiging. Daarom doen we alles wat we kunnen om te voorkomen dat we in eenzelfde situatie komen zoals in Engeland en Ierland."

Belangrijk om te praten

Toch moet er genoeg aandacht zijn voor het menselijke aspect, zegt Bijma. "Het klinkt heel logisch: veiligheid voor alles. Maar we hebben in het voorjaar gezien wat dat betekent, wat het met mensen doet. Oudere mensen weten dat ze in de laatste fase van hun lezen zitten. Veel mensen gaat het er niet om dat ze koste wat het kost in leven worden gehouden, maar dat ze een goede laatste fase hebben. Dat is heel moeilijk nu. Want de deuren helemaal open, kan ook niet. Dat begrijpen we allemaal. Daarom is het ook zo belangrijk dat we hierover praten."