Schuldbelijdenis in Drachtster kerk voor houding in de oorlog: "We zijn nalatig geweest"

Met schaamte en schuldbesef erkennen de protestantse kerken dat ze in de Tweede Wereldoorlog de Joden aan hun lot hebben overgelaten. Afgelopen week lazen de PKN-kerken in Nederland al een verklaring voor in de dienst, zondag deden de behoudende kerken dat. "We zijn nalatig geweest toen onze Joodse medeburgers werden weggevoerd en we niks deden", zei dominee Kieviet uit Renswoude in de christelijk gereformeerde kerk van Drachten.
© Omrop Fryslân, Auke Zeldenrust
In de verklaring gingen de kerken diep door het stof, al weden de mensen die de Joden wel hebben geholpen, niet vergeten. "We gedenken hen die de moed hadden Joodse medeburgers bescherming te bieden." In Fryslân hebben bijvoorbeeld 500 mensen de Yad Vashem-onderscheiding gekregen van de staat Israël. Dat is een onderscheiding voor de hulp van niet-Joodse mensen aan Joden.
Kommissaris fan de Kening Arno Brok © Omrop Fryslân, Auke Zeldenrust
Bij de dienst waren ook commissaris van de Koning Arno Brok en gedeputeerde Sietske Poepjes. Volgens Brok is het belangrijk dat iedereen stilstaat bij het verleden. "Daar moeten we van leren, want ook vandaag zien we dat antisemitisme toeneemt, ook in ons land. Dan zien we gewoon weer een herhaling van de geschiedenis."

Nooit vergeten

Brok vindt het een goede zaak dat de kerken schuld erkennen, al weet hij ook dat juist vanuit de gereformeerde kerk veel verzet was tegen de bezetter. "Er zijn veel mensen geweest die goede dingen gedaan hebben, maar we moeten eerlijk kijken naar wat er verkeerd is gegaan."
De oorlog is al meer dan 75 jaar geleden. "Toch komt dit niet te laat. Beter laat dan nooit." Hij wijst daarop op het grote drama van de zes miljoen Joden die vermoord zijn. Van de 800 Friese Joden hebben meer dan 600 de oorlog niet overleefd. "Dat mogen we nooit vergeten."
Een paar passages uit de verklaring:
"We zijn nalatig geweest toen ten tijde van de bezetting er in ernstige mate anti-Joodse maatregelen werden genomen en we bleven zwijgen. We zijn nalatig geweest toen om ons heen Joodse medeburgers werden opgepakt en afgevoerd en wij dat hebben laten gebeuren. We zijn nalatig geweest toen opgejaagde Joodse medeburgers bij een ons een schuilplaats zochten en wij onze huizen voor hen gesloten hebben. We zijn nalatig geweest toen de realiteit van de vernietigingskampen bekend begon te worden en we dat onrecht niet aan de kaak hebben gesteld. Het is met schaamte dat we onze nalatigheid erkennen. Het is ons gebed dat God onze tekortkomingen vergeeft."
Verslaggever Auke Zeldenrust was in de kerk