Fryske Gea zet vraagtekens bij afbakenen van gebieden om weidevogels te beschermen
Hoe kunnen we de eieren van onze weidevogels het beste beschermen? Het is een vraag waar diverse natuurorganisaties zich al jaren over buigen. Volgens het laatste onderzoeksrapport van Sovon Vogelonderzoek zou het afbakenen van een gebied met stroomdraad goed werken. Maar It Fryske Gea in de Zuidwesthoek is het daar niet volledig mee eens. "Stroomdraad maakt bij ons geen verschil."
Fryslân en Groningen zijn de grootste slachtoffers van eierenroof blijkt uit het onderzoek van de Sovon. Tussen de 42 en 45 procent van de nesten wordt leeggeroofd door vossen of roofvogels. Deze predatoren kunnen vaak eenvoudig de nesten bereiken en daarom worden de gebieden afgebakend met stroomdraad. Volgens Germ van der Burg van It Fryske Gea in de Zuidwesthoek werkt het afbakenen van een gebied lang niet altijd. "Drie jaar lang hebben we een groot gebied afgebakend met draden om de vos tegen te houden, maar na drie jaar konden we geen groot verschil merken."
De Zuidwesthoek heeft een gebied van 5 kilometer afgezet, maar zag geen verschil tussen het gebied binnen de dragen en het gebied daar buiten. Van den Burg: "We konden niet aantonen dat de percelen binnen het raster betere uitkomsten hadden dan de percelen buiten het raster."
Van der Burg denkt dat dit voor een deel komt omdat in het gebied in de Zuidwesthoek niet veel vossen voorkomen. "We denken dat de predatie van andere dieren, vooral uit de lucht, veel groter is geweest dan die van de vos." De draden om om het gebied heen beschermen uiteraard niet tegen predatoren uit de lucht. Toch betekent het niet dat het afbakenen geen goede oplossing is voor andere gebieden. Van den Burg: "Ik denk dat het in kleinere gebieden waar de vossenpredatie wel heel groot is, wel degelijk kan helpen. Maar voor het gebied in de Zuidwesthoek zal het niet uitmaken."
En dus is een oplossing die effectief is voor alle gebieden nog altijd niet gevonden. Van den Burg: "We doen wat we kunnen, maar het landschap is niet heel geschikt meer voor weidevogels. Dat maakt dat de parels waar weidevogels nog wel broeden steeds kwetsbaarder worden."