De toan fan Anne-Meta Kobes: "Labbekakkewanus"

"Toen ik net op Ameland kwam wonen, namen dorpsgenoten mij gastvrij bij de hand om de eigenaardigheden van dit fantastische eiland te ontdekken.
Wist ik bijvoorbeeld dat het woord voor gras over de breedte van het eiland verschillend uitgesproken wordt? Hier bij ons zeggen we ga's, vertelden ze in Hollum. Aan de andere kant van de dijk wordt over ge's gesproken.
Inmiddels weet ik dat vele g's in 'ku's' veranderen, zodra je het wad oversteekt. En heb ik een nieuw woord geleerd voor jullie, dat is jimme. En voor haar: hor. De kienders gaan hier bovendien met veel plezier naar skoal. En: hêwe jou nog tiid om efkes buten op it lån te kieken?
Helemaal vlekkeloos is mijn uitspraak van het dialect niet, dus luister ik met gespitste oren naar eilandgenoten die de taal spreken in kerk, winkel en op school. Want daar hoor je het Amelands volop. Uit onderzoek bleek zelfs dat van alle Friese streektalen het Amelands het meeste wordt gebruikt.
Het is hier heel gewoon om in onze 'eigen taal' met elkaar te praten. De school van Nes begint een nieuw werkthema met een sketch of verhaal in die streektaal. En oudere generaties moedigen jongeren aan het dialect te blijven spreken. Ook nieuwkomers mogen gewoon proberen mee te doen. Zo blijft de taal levend.
Dat Amelands heeft in de verte wel iets van het Stadsfries zoals dat in Leeuwarden of Harlingen gesproken wordt. Die mengvorm van de Friese taal vindt haar oorsprong in de vijftiende eeuw. Toen werden diverse Friese steden, evenals Ameland, door Hollanders bestuurd.
Die hoge heren namen hun eigen woorden mee. Wie aansluiting bij hen probeerde te vinden, paste zijn taal daarop aan. In de zestiende eeuw was kennis van het Hollands een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan de handel.
Bijvoorbeeld in de walvisvaart, waaraan vele Amelander mannen deelnamen. Op die schepen was het Hollands de voertaal. De vrouwen die thuis voor huis, land en kinderen zorgden, bewaarden ondertussen het Amelander dialect goed. Zo bleef het Amelands een sterke streektaal.
Voor wie zich verder in deze taal verdiepen wil, is het Woa'deboek fan ut Amelands een onmisbaar startpunt. Het werd in 1987 in opdracht van de Fryske Akademy uitgegeven, en is geschreven door de heer A. G. Oud.
Ik ontdekte er deze week een heerlijk nieuw Amelands woord in: labbekakkewanus. Dat zou vooral gebruikt worden aan de westkant van het eiland, en wel: na het afronden van een taak. Dus deze column is nu foar sien labbekakkewanus. Klaar."