Vrouwen mochten pas na 'flink wat praten' wedstrijdrijden tijdens Elfstedentocht

Jessica Merkens met haar boek 'Op eigen houtje' op de Dag van de Elfstedentocht © Omrop Fryslân, Hayo Bootsma
Meedoen als toerrijder mocht al, maar vrouwen mogen pas sinds 1985 meedoen aan de Elfstedentocht. Over alle heroïsche verhalen van vrouwen in de Tocht der Tochten schreef sportjournalist en schaatster Jessica Merkens een boek.
Merkens presenteerde haar boek Op eigen houtje in cultuur-historisch centrum De Tiid in Bolsward. Dat deed ze woensdag, op de zogenaamde Dag van de Elfstedentocht.
De dag van de Elfstedentocht wordt sinds 2020 georganiseerd, om aandacht te schenken aan het culturele en historische belang van het evenement.
"Er zijn boeken vol geschreven over de Elfstedentocht, maar de vrouwen zijn altijd onderbelicht gebleven", noemt Merkens als belangrijkste reden om dit boek te schrijven. "Ik vond het mooi om de algemene schaatsgeschiedenis, maar ook de geschiedenis van de sport, vanuit vrouwelijk perspectief te schrijven."
Tot 1985 mochten vrouwen niet meedoen aan de wedstrijd. Dat is toen veranderd, onder andere met dank aan de inzet van Betty Westerveld. "We hebben flink moeten praten om mee te mogen doen", weet ze nog. "We moesten bijna smeken om mee te mogen doen."
De vierde Dag van de Elfstedentocht werd gevierd met een boek over vrouwen in de tocht
Westerveld was marathonschaatster "En dan hoorde een Elfstedentocht er natuurlijk bij. Dat is zó'n uniek gebeuren, dan moet je niet wachten tot een volgende keer."
Het was alle inzet waard: Westerveld werd in 1985 tweede en een jaar later opnieuw. In 1997, tot nu toe de laatste editie, reed ze de tocht als toerrijder. "Toen was ik al redelijk op leeftijd en die meiden reden zo allejezus hard. Daar had ik niets meer te zoeken."
Betty Westerveld na de finish van de Elfstedentocht in 1986 © ANP
Spijt heeft ze er niet van, want de toertocht beviel ook uitstekend. "Het was heel anders. Ik had alle tijd om me heen te kijken, een beetje meedansen bij de bandjes. Het was geweldig."
Het is een lange strijd geweest, kwam Merkens achter. "In de jaren 40 waren er al twee Friese vrouwen die het bestuur hadden gevraagd of ze mee mochten doen. Dat waren Wopkje Kooistra en Sjoerdje Faber uit Wergea. Maar het bestuur besloot hun aanvraag niet te accepteren en zeiden dat ze toch de toertocht moesten rijden. Toen hebben ze er onderling maar een wedstrijd van gemaakt."

Met lange rokken en op houtjes

Het zijn de verhalen die het voor Merkens leuk maken om een boek te schrijven. Bij het uitzoekwerk voor het boek kwam ze meer mooie verhalen tegen. "Ik vond het heel bijzonder om te leren dat er zo vroeg al Elfstedentochten werden verreden. Al in de jaren 1700. Zo heb ik ook het verhaal opgetekend van Akke en Liesbeth Zwierstra: zij reden de tocht al in 1890, een tijd met lange rokken en houtjes. Bovendien had Akke een zes maanden oude baby."
Als de Elfstedentocht ooit weer wordt gehouden, staat Merkens vooraan bij de wedstrijdrijders. "Ik zit al jaren te wachten."