De toan fan Anne-Meta Kobes: "Ontbijt"

"Het was woensdagochtend en ik stond op. De zon was al volop bezig het slaapkamerraam te verwarmen. Naast een ontspannen start heeft uitslapen op een eiland nog een voordeel: je kunt ontbijten met de ochtendkrant naast je bord.
Ik las de voorpagina, een column en sloeg de eerste bladzij om. Ik zag: een grote foto van spelers in oranje. Voetbal. Ik dacht: 'ze hoeven vandaag toch nog niet te spelen?' en wilde al doorbladeren naar een volgend artikel. Maar toen viel mijn oog op de kop: Voetballers Oranje vragen om zegen van God.
De toan fan Anne-Meta Kobes
Ik begon het stuk te lezen. Ik leerde wat dat gebaar betekent dat Memphis Depay maakt na ieder doelpunt. Eerst de vingers in de oren en daarna wijzen naar de lucht. "Daarmee druk ik uit dat ik me afsluit voor wat de buitenwereld zegt", vertelde de speler. Mijn focus ligt op de Bijbel en op Jezus.
Mijn interesse was gewekt. Ik las gretig verder maar bespeurde in mijzelf ook een reserve. Ik verwachtte steeds dichter bij een zure noot te komen. Een bitse uitswinger in de trant van "nou mja, zolang het ze kracht geeft doen ze maar."
Maar toen ik de slotzin had bereikt, moest ik toegeven: die reserve had vooral in mij gezeten. De journalist schreef niets van dit al. Hij had gewoon een boeiende omschrijving gegeven van het feit dat een deel van ons nationale team zich laat inspireren door soms onvermoede krachten van boven.
15 van de 26 teamspelers, beschreef hij, doen mee aan religieuze ontmoetingen in het spelershotel te Doha. Daar wordt overigens niet gebeden om winst, maar wel om rust in het hoofd als de druk om te presteren oploopt. En coach Louis van Gaal liet desgevraagd weten dat hij dat geweldig vindt, al is hij er niet bij aanwezig.
Met de krant in de ene hand en mijn boterham in de andere, dacht ik terug aan eerder deze week. Toen ik een kunstwerk langs had zien komen. Langs had zien lopen, eigenlijk. Een werk van honderden kleine draadjes wol die samensmolten tot een indrukwekkende afbeelding: het lam Gods, gedragen in de armen van een sensuele Maria.
Dat de maker voor dit beeld had gekozen en dus vele uren met het lam en de moeder had doorgebracht, had me in zekere zin ontroerd. Maar nu ik bij het ontbijt opnieuw verrast was door spiritualiteit wist ik weer: religie is eigenlijk nooit ver weg.
Ik vouwde de krant op. Het was tijd om aan het werk te gaan."