De toan fan Anne-Meta Kobes: "Lichtje"

Anne-Meta Kobes © Jantina Scheltema
"Na zonsondergang is het meestal verlaten op het kerkhof. Maar deze avond knerpten er voeten over het schelpenpad langs de graven. Voeten van mensen met licht in de hand: een klein glazen potje gevuld met wat zand en daarin een kaarsje gedrukt.
Zo'n elektrische, die niet uitwaaien kan. Sommige voeten huppelden langs de graven, anderen schoven wat meer voorzichtig nu het zonlicht al bijna helemaal verdwenen was.
De toan fan Anne-Meta Kobes
We hadden elkaar ontmoet in de voortuin van de kerk, aan de Herenweg. Daar maakten we een kring. De ene stond er zwijgend, de andere sprak kalm bij met een dorpsgenoot. In ons midden stonden de potjes: uitgestald op de bankjes rond de put die zich in de tuin bevindt. Licht bij de bron.
We reikten elkaar de potjes aan en het werd stil. Welkom, zei ik. Aan het begin van de dag hebben we in deze kerk de geliefden herdacht die het afgelopen jaar uit onze kring weggevallen zijn. En nu de schemer valt brengen we hen licht.
Hen en al die anderen die we verloren aan de grens van het leven. Er klonk een gedicht over dat alles weg kan vallen, maar dat iemands liefde blijft bestaan. En jouw liefde voor die ander.
En toen gingen we op pad. Zwijgend. Zoals dat gebeurt hier op het eiland, wanneer we iemand naar het graf toedragen. We liepen in stilte door het donker van de Burenlaan naar de grote kerk en de begraafplaats. Ik vond het indrukwekkend. Om nu eens in het donker zo te lopen, als de wereld nog stiller is dan overdag.
Aangekomen op het kerkhof waaierden we uit. Ieder met het lichtje dat hij of zij gedragen had. Ik zag mijn dorpsgenoten en de gasten lopen de kaarsjes leken te dansen over het kerkhof. En toen opeens klonk er muziek. In de kerk hadden zich saxofoonblazers verzameld, zodat je je daar straks kon laten troosten door de muziek.
Ze speelden al. Vierstemmig. Koperklanken die gedempt langs de graven rolden. En klonk alsof ook de hemel een lichtje aanstak voor wie we missen."