De toan fan Anne-Meta Kobes: "Oom"

"Ik ging op de foto met mijn oudoom. Dat was in de jaren dat ik hem regelmatig sprak maar zelden voorgekomen.
Maar nu was de gelegenheid daar. Zij het dat van de mensen op de foto er zich één achter glas bevond. Ingelijst. En ik was dat niet.
Ik stond in het hoofdgebouw van de universiteit waar ik ooit studeerde. Op de eerste verdieping was een expositie ingericht. Drie vitrinekasten op een rij, waarvan de planken voor de gelegenheid waren bekleed met plakplastic in houtlook. Zo leek het net de kast van mijn oudoom, in zijn Amsterdamse studeerkamer.
De toan fan Anne-Meta Kobes
Ik ben daar vaak geweest, mij voorzichtig bewegend tussen stapels boeken en nog meer schelpen, slakken en fossielen. Mijn oudoom was bioloog. Maar vooral was hij een mens die zich verwonderde. Hij zei: 'Als ik een tijdje naar een schelp kijk, word ik zo godsdienstig als wat'.
In 1950 werd hij benoemd tot lector aan de Vrije Universiteit. Hij was toen 28 jaar oud. Twee jaar later al zou hij hoogleraar worden. Samen met een collega legde hij de basis voor de opleiding Biologie. Een wetenschappelijke studie, die vanzelfsprekend zijn resultaten toetste met gedegen, meetbare instrumenten.
Tegelijk was er ruimte voor die verwondering. Mijn oudoom verzoende wetenschap en geloof. Hij ging uit van evolutie en tegelijk van schepping. En dat was in de gereformeerde wereld van de jaren vijftig allerminst vanzelfsprekend.
Een eilandman was mijn oudoom ook. Eén van zijn grootste onderzoeksprojecten speelde zich af op Schiermonnikoog. Hij bestudeerde daar hoe schelpen zich verplaatsen in de zee en waar ze dan aanspoelen. Hij ontdekte dat zeestromen de schelpen sorteren en dat je daardoor op de ene plek veel rechter schelpkleppen kunt vinden, en op een andere plek juist veel linker.
Als er een gaatje in de schelp zit, is dat ook van invloed. Om hier achter te komen strooide hij tienduizenden kunstschelpen, in verschillende vormen en kleuren, uit in de zee bij Schier. Vele zomers daarna trokken biologiestudenten naar het eiland om de schelpen te lokaliseren. Deze studiekampen waren erg populair.
Van het ontstaan van de aarde, en het bestaan van God, tot het stromen van schelpen: over alles kon mijn oudoom zich verwonderen. Want, zei hij, 'Alles is interessant, als je er in begint te graven.'
Staand bij zijn portret voelde ik me dankbaar en een beetje trots dat ik hem heb mogen leren kennen. En ik weet dat op vele plaatsen zijn naam met eerbied zal blijven klinken. De naam van mijn oudoom: Jan Lever."