"Resultaat eierprikken moeilijk te meten in paar jaar"

Natuurbeheerders doen hun uiterste best om de ganzenpopulatie zo klein mogelijk te houden. Waren er in 2006 nog 10.000 grauwe ganzen in Fryslân, nu zijn dat er 37.000 en daar hebben de boeren veel overlast van. De vogels zijn gek op de eerste grasoogst omdat daar veel eiwitten inzitten, maar die is voor de boeren juist heel waardevol.
Eierprikken is een van de methodes die It Fryske Gea toepast om minder ganzen te krijge. Er wordt dan met een spijker een gaatje in de eieren geprikt, zodat ze niet meer kunnen worden uitgebroed. Toch is het nut van de methode onduidelijk. "Een gans kan wel 20 jaar worden en dus heel wat legsels hebben. Daardoor is het moeilijk om het resultaat af te meten in een paar jaar", zo zegt Ane Zijlstra van It Fryske Gea. “In het verleden had ik niet gedacht dat we dit doen zouden, maar het aantal ganzen loopt de spuigaten uit."
Voor Zijlstra is vrijdag de laatste dag van het eierprikken in de Lindevallei bij Wolvega. "Er zijn nu ook bijzondere vogelsoorten, zoals de roerdomp en de purperreiger, die zich voorbereiden op het broeden en die willen wij niet verstoren."